Motor en Distributie

De meeste camperaars rijden niet zoveel kilometers. Om narigheid en hoge kosten te voorkomen, is het advies de distributieriem op leeftijd te laten vervangen en niet op het aantal gereden kilometers. Of de distributieriem op het juiste moment is vervangen, is soms moeilijk te achterhalen. Mocht hier onduidelijkheid over bestaan, dan is het uit veiligheidsoverweging raadzaam de distributieriem te laten vervangen.

Gedurende de gebruiksduur van de distributieriem en de spanrol groeit het risico dat bij heftige gebeurtenissen, zoals misschakelen bij hoge toerentallen of schokken in de grip op de weg, de distributieriem een tand verspringt op één van de tandwielen. Dit zal niet meteen leiden tot de gevreesde catastrofale schade. Het is wel te merken aan het minder goed lopen van de motor omdat de timing van de kleppen niet meer klopt. Als het vermoeden bestaat dat zoiets is gebeurd, laat dan in een vakkundige garage de juiste afstemming en de conditie van distributieriem en tandwielen controleren.

Het kan ook gebeuren dat de distributieriem eerder aan vervanging toe is. Denk bijvoorbeeld aan bedrijfsomstandigheden als korte ritten met veel stops en starts of het rijden in de woestijn met veel zandkorrels in de lucht. Ook de onderhoudstoestand van de motor speelt een niet te onderschatten rol bij de levensduur van de distributieriem. Lekkende motorolie of koelvloeistof op de riem kunnen deze sterk verzwakken. De riem is dan zeker aan vervanging toe.

Bij aanschaf van een gebruikte camper is het van belang om te verifiëren of en wanneer een distributieriem vervangen is. Bij een gevorderde leeftijd en dito kilometerstand geldt hetzelfde voor een motor met een distributieketting.

Traditioneel wordt na het vervangen van de distributieriem een aantekening gemaakt in het onderhoudsboekje en wordt in de motorruimte een sticker met vervagingsdatum en kilometerstand aangebracht. Als die aanduiding ontbreekt, kan bij nieuwere auto’s de vervanging in het computersysteem van de fabrikant zijn opgenomen. Wij kunnen dit prima voor u controleren.

Banden

De band is een van de belangrijkste onderdelen van de camper. Met het juiste draagvermogen, een goede conditie en de juiste bandenspanning draagt de band bij sterk bij aan de verkeersveiligheid, de rijstabiliteit en het rijcomfort van de camper.

Banden vormen de enige contactpunten tussen de camper en de weg. Het is daarom verstandig enkele voorzorgsmaatregelen in acht te nemen voor een permanente veiligheid én een maximale levensduur van de banden. De keuze van de afmeting en het type band is voornamelijk afhankelijk van:

  • de gebruiks- en belastingsomstandigheden van de camper.
  • de snelheidsmogelijkheden.
  • de rijstijl.
  • de aard van het wegdek.
  • het seizoen.

Belangrijk is hierbij alle informatie over de snelheid en de asbelastingen van de camper in ‘vakantieklare’ stand.

Het maximum toegestane draagvermogen van een band is gerelateerd aan de referentiesnelheid en de bandenspanning die door de fabrikant van de auto en de band is opgegeven. Hoe lager de maximum snelheid, hoe hoger de toeslag. Dit verklaart dat de maximum toegestane belasting is gerefereerd aan de referentiesnelheid die bij een bepaald type band hoort.

CHASSIS

Het chassis is de ruggengraat van de camper. Aan dit onderstel wordt van alles bevestigd: de brandstoftank, de watertank, het uitlaatsysteem, de motor, leidingen, de assen, de trekhaak, steunpoten, de cabine en de opbouw. Bovendien draagt het chassis de lading.

De meeste campers hebben een raam- of ladderchassis. Dit type bestaat uit twee lange U- of kokerbalken in lengterichting en meerdere balken in dwarsrichting. De belangrijkste functie is het dragen, opvangen en verwerken van krachten.

Bij een stilstaande camper wordt het chassis alleen door verticaal gerichte beladingskrachten belast, maar bij een rijdend voertuig bestaat de belasting uit gewichtsverplaatsingen, zeer wisselende veerspanningen en rem- en acceleratiekrachten. Elke wegoneffenheid die wordt ‘genomen’ veroorzaakt een horizontale stoot op het chassis. Deze krachten moeten worden opgevangen met zo min mogelijk vervorming van het chassis.

Het chassis moet sterk genoeg zijn om de lading te kunnen dragen, ook bij dynamische belastingen zoals stoten, optrekken en remmen. Bovendien moet het voldoende stijf zijn om te voorkomen dat bij optredende stoten in verticale richting geen noemenswaardige torsie in het chassis optreedt die nadelig zou zijn voor de opbouw. Ook moet het chassis zo licht mogelijk geconstrueerd zijn met een zo laag mogelijk zwaartepunt voor de opbouw.